Vrouwenkleur

V: Vrouw zijn, hoe doe je dat?
Ch: Hoe doe je dat? Of; hoe doe je het niet? Ik heb altijd mannelijke leraren gehad, maar na het overlijden van Ted ontmoette ik een vrouwelijke leraar. Zij is op en top een vrouw. Destijds was ik ook bezig met vragen als: “Wat is vrouw zijn, wat is nou vrouwelijk en wat is een vrouwelijke leraar?” Toen ik het wezen van deze vrouw tot me liet doordringen, was het alsof al mijn cellen opnieuw open gingen en de boodschap was: “Vrouw zijn is gewoon zoals ik ben, met al mijn veelheid, met al mijn ruimte, met al mijn kleuren!” 

Ik ben op mijn pad begonnen met Zen, mannelijk, structuur, alles geregeld. Maar ik ben ook Veel&Vol&Overdadig. Niet dat mannen niet vol zijn, maar hun volheid drukt zich anders uit.

Een tijd geleden was ik in een workshop. De mannen zaten aan de ene kant van de zaal, en de vrouwen aan de andere kant. Degene die het leidde, merkte op: “Kijk, het is duidelijk, de mannen zitten daar!” In allerlei variaties in grijs en blauw. Aan de vrouwenkant zag je alle kleuren van de regenboog: rood, geel, bont… Dat bedoel ik!

V: Ik snap het.
Ch: Het gaat niet alleen over mannen en vrouwen, maar ook over de mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in ons. Toen ik bezig was met Zen, zag alles er strak en geregeld uit. Mijn kamer en mijn kleding. Totdat iemand mij een sari gaf, een prachtige grote, rode doek. Die doek vònd ik toch mooi! Ik hing hem op en binnen een half jaar was mijn hele kamer dieprood.
(“Het lijkt wel een bordeel”: schrok ik af en toe.) Langzaam begon de kleur en de variatie in mij los te komen, erg prettig.

Wat gebeurt er nu ik dit zo vertel?

V: Vrouw zijn ken ik wel, maar dat toelaten…
Ch: Toelaten dat het zich uitdrukt?

V: Ja, in alles.
Ch: Ik proef een groot verlangen om jezelf te zijn in die diepe nuances.

V: Het is geruststellend en spannend tegelijk. Want dan laat ik me zien.
Ch: Is het leven niet te kort om je te verbergen?

V: Stel je voor dat je je buiten de groep begeeft! Dan wordt je kop eraf gehakt.
Ch: Ah, dan ga je dus expliciet buiten de groep. Maar sta je nu niet impliciet buiten de groep? Omdat je niet alles geeft? Het lijkt dat je alles geeft, maar je creëert een veilige marge. Dan ben je er ‘zogenaamd’ bij.

V: Dat wil ik niet meer.
Ch: Nee. De vraag is dan: mag de groep oprekken door jouw kleur? Mag de groep groter worden door jouw unieke bijdrage? Denk je niet dat de wereld een stukje blijer wordt als de kleuren van jouw hart zichtbaar worden? Dat wil je toch graag?
(lacht) En nu even een flinke ademteug nemen.

V: Dankjewel.
Ch: Doe het, geef ons jouw kleur!

 

ik wil ook in gesprek